Doorstroomfinaliteit

Leerlingen die zich buigen over wiskundige vraagstukken, toneelteksten inoefenen, samen zingen, wetenschappelijke proeven doen in het labo, vreemde talen leren, een meubelstuk maken, een hoofd boetseren…deze rijkdom aan diversiteit is uniek aan onze school.

Het uitgangspunt van onze bovenbouw is om bij elke leerling een ontwikkeling na te streven die meer is dan het voldoen aan de maatschappelijke of economische eisen van vandaag. De eerbied voor deze persoonlijke ontwikkeling is hierbij toonaangevend, opdat de jongeren zich steeds als individu gewaardeerd zouden voelen, en kunnen uitgroeien tot autonome en geïnspireerde mensen, in staat om verantwoordelijkheid te nemen voor de toekomst.

We vertrekken daarvoor vanuit onze eigen eindtermen, gelijkgesteld aan de eindtermen van de overheid, die zowel de mogelijkheid tot verder studeren in het hoger onderwijs bieden, als een brede, algemene opleiding, met aandacht voor drie ontwikkelingsgebieden (denken, voelen en willen). Hierbij worden voor elk vak cognitieve, affectieve en wilsvormende doelstellingen nagestreefd. Dat vertaalt zich naar een breed curriculum, waarin cognitieve vakken zoals wiskunde en taalvakken naast ambachtelijke en kunstvakken een plaats krijgen.

Om de jongere op deze weg bij te staan zetten we sterk in op de rol van de klastitularis, die de leerling gedurende meerdere jaren onder zijn hoede neemt. Op die manier garanderen we een sterk persoonlijke en individuele begeleiding waarin de jongeren hun eigen weg kunnen ontdekken.